mr Marcel van Oosten, Rechter

Zorg dat je niet alleen staat


Marcel van Oosten was vicepresident van de Rechtbank Zutphen, daarna senior partner –
Head of Legal bij PwC en tenslotte vicepresident van de Rechtbank Amsterdam, waar hij
zware fraude zaken behandelde. Met name beursfraudes, voorkenniszaken,
beleggingsfraudes (de tennismecenas, Palminvest), belastingfraudes, etc., werden hem
voorgelegd.

Bad governance
Governance is een veelomvattend begrip maar de woorden zelf spreken voor zich. Als
rechter kom je natuurlijk eerder bad dan good governance tegen. In het strafrecht zijn
wetten bepalend; de vage criteria van good governance veel minder. Toch moet de invloed
van de code Tabaksblat niet worden onderschat. Zij geeft immers op moderne wijze weer
wat in het bedrijfsleven als normerend wordt ervaren. Zo sijpelt de communis opinio over
wat goed ondernemingsbestuur is toch in de rechtspraak door. De rechtspraak heeft als taak
de wet toe te passen, maar kan niet voorbij gaan aan wat in de samenleving als
onrechtvaardig wordt beschouwd.

Het geweten en de wet
Allereerst je geweten volgen. Bij twijfel moet men zich afvragen: kan ik mijn beslissing
ethisch, naar mijn eigen geweten verantwoorden? Men voelt het meestal haarfijn aan als de
grens van het toelaatbare wordt genaderd. De wet is de neerslag van wat wij als
samenleving normerend gedrag vinden. Het is daarom niet verwonderlijk dat ons geweten in
het algemeen vrijwel één op één met de wet overeenkomt.

Wat is ‘slim’?
Wanneer is iets fraude of innovatief gedrag? De grens is niet altijd scherp te trekken. Niet
lang geleden was de effectenhandel op de beurs met voorkennis heel gebruikelijk. Handel
zonder voorkennis vond men gevaarlijk speculeren! Nu is handelen met voorkennis zonder
meer strafbaar omdat het een eerlijke marktwerking verstoort. Hoe moeten wij het
verkrijgen van een opdracht in een ver buitenland beoordelen als dat zonder
steekpenningen niet kan? Ons geweten spreekt heldere taal: fraude! Toch weet iedere
zakenman dat je onderneming in dat verre land kansloos is als je niet in dat systeem
meedraait. Wat een enorm dilemma voor de ethisch handelende ondernemer, die het
voortbestaan van het bedrijf moet bevechten!

Wie is verantwoordelijk?
Het schijnheilige gedrag van sommige C.E.O ’s stoort mij; zij wassen hun handen in
onschuld terwijl het middenmanagement het vuile werk mag opknappen. Ik kan mij niet aan
de indruk onttrekken dat meestal aan de top van de onderneming het krachtig vermoeden
bestaat van deze in het vuur van de concurrentie bestaande praktijk. Als rechter verbaast
het mij keer op keer dat verdachten klip en klare strafbare feiten blijven ontkennen in de
hoop te worden vrijgesproken. Dat pakt vaak anders uit, namelijk strafverzwarend! Anders is
het merkwaardige fenomeen dat de intellectuele verdachte, de dader, zelf echt begint te
geloven in zijn onschuld. Dit is het mechanisme van de zelfrechtvaardiging waar wij allen aan
onderhevig zijn. Een goede advocaat wijst zijn cliënt daar op.

Descartes en Rousseau
Het effect van het strafrecht is beperkt. Het is goed om de norm door straf te bevestigen,
maar het is veel effectiever om een gezonde bedrijfscultuur te bevorderen, waarbij het
voorbeeld van de leiding onmisbaar is. Zoals al gezegd zijn het eigen geweten en het ethisch
besef dè drijvende krachten voor good governance van iedere ondernemer. Ik zie over de
lange termijn vooruitgang in het denken en handelen van ondernemers. De invloed van
Descartes en Rousseau werkt nog steeds door. Hun gedachtegoed vormt het fundament van
het Europees Verdrag van de rechten van de mens: vrijheid, gelijkheid en democratie. Het is
niet steeds rozengeur en maneschijn. Wat te denken van excessieve beloningen? Als deze
worden gereduceerd tot acceptabele niveaus, leidt dat dan tot een fatale exodus van
expertise? Mij lijkt dat dit nog niet is aangetoond. Het is gebleken dat geldwolven slechte
managers zijn. Een graaier is blind voor het welzijn van zijn medemens. Het eigen belang
staat haaks op de doelstellingen van good governance.

Zorg dat je niet alleen staat
Good governance vereist subtiel samenspel tussen leiding, commissarissen en adviseurs.
Juist bij dilemmatische kwesties moet de ondernemer zorgen er niet alleen voor te staan.
Tegenspraak en dialoog zijn noodzaak! Klokkenluiders zijn vervelend, maar kunnen nuttig
zijn. Een goed geleide onderneming heeft hiervoor zelfs een manual in huis.
Good governance vereist ook dat bestuurders niet te lang aanblijven. Macht en aanzien
zingen de bestuurder los van de werkelijkheid. Funest is het onuitroeibare gebruik de oud
bestuurder op te nemen in de raad van commissarissen.

Juli 2015

Geverifieerd door MonsterInsights